Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Grotere ingenieursbureaus weer groter

Het is wel wat minder dan in 2018, maar ook in 2019 is de wereldwijde omzet van Nederlandse advies- en ingenieursbureaus weer toegenomen. De grotere ingenieursbureaus tekenen voor de grootste groei. Dat blijkt uit de TW Top 50 ingenieursbureaus 2019 van Technisch Weekblad.

« terug naar Nieuws

Via de TW Top 50 laat Technische Weekblad elk jaar zien hoe de Nederlandse ingenieursbureaus wereldwijd draait. Net als voorgaande jaren is de nummer 1 positie in 2019 voorbehouden aan Arcadis. De onderneming laat een wereldwijde omzet noteren van € 3.473 miljoen, een stijging van 7% ten opzichte van 2018. De top drie is compleet met Fugro en Royal HaskoningDHV. Ze halen een omzetgroei van 5% respectievelijk 9%.

In vergelijking met 2018 telt de lijst 2019 vier nieuwkomers: Goudstikker-de Vries en Nobleo (beide goed voor een omzet van € 7,4 miljoen), KCI the engineers (€ 8,7 miljoen) en als hoogste nieuwe binnenkomer op plaats 18, Technolution (€ 32 miljoen). Van de vier valt KCI op met een wereldwijde omzetstijging van maar liefst 38%. Het bureau, twee jaar geleden overgenomen door Royal IHC, is het afgelopen jaar nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het baanwisselsysteem voor het innovatieve transportsysteem Hyperloop. Voor het baanwisselsysteem – ‘the Switch’ – heeft KCI al het staalwerk ontworpen.

Van alle bureaus in de Top 50 tezamen is de wereldwijde omzet over 2019 wederom gestegen, maar toch minder dan over het jaar ervoor. De omzetgroei blijkt teruggelopen van 13% in 2018 naar 7% in 2019. Vooral de kleinere bureaus zien hun omzet minder hard stijgen: 9% in plaats van 16%. De 25 grootste bureaus doen over 2019 betere zaken. Hun omzetgroei neemt toe van 5% in 2018 tot 9% in 2019. De gemiddelde winstmarge van de bureaus in de lijst komt in 2019 op 7%, in 2018 was dat 6%.

De cijfers van de TW Top 50 stroken met de Conjunctuurmeting die branchevereniging Koninklijke NLingenieurs tweejaarlijks uitvoert. ‘De ingenieursbureaus hebben vorig jaar een prima jaar gedraaid, waarbij bedrijven een goedgevulde orderportefeuille hadden. Het blijvende tekort aan goedgeschoold personeel was wel één van de grootste zorgen voor de bedrijven. Daarnaast werden de verwachtingen eind 2019 bijgesteld door de stikstof- en PFAS-crisis, maar de effecten voor de ingenieursbedrijven vielen uiteindelijk nog mee. Het verschil in groei tussen grotere en kleinere bedrijven is te verklaren, aangezien kleinere bedrijven sneller reageren op fluctuaties’, aldus ir. Jacolien Eijer, directeur van Koninklijke NLingenieurs.

Voor 2020 waren de vooruitzichten aanvankelijk positief, met een grote werkvoorraad in het vizier. De coronacrisis heeft de verwachtingen getemperd. Eijer: ‘De werkvoorraad wordt langzaam minder en dit zal zich doorzetten in 2021. Er breken spannende tijden aan voor onze branche en samen met andere branches pleiten we dan ook voor anticyclische investeringen in de bouw en de verduurzaming hiervan. De gesprekken die momenteel lopen tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers zien er hoopvol uit, waardoor de klappen voor onze branche hopelijk beperkt blijven.’