Miljoenen-impuls voor snellere woningbouw
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken trekt 253 miljoen euro uit om meer dan 40.000 nieuwbouwwoningen versneld in uitvoering te krijgen.
« terug naar Nieuws24 december 2021
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken trekt 253 miljoen euro uit om meer dan 40.000 nieuwbouwwoningen versneld in uitvoering te krijgen.
De miljoenen gaan naar 33 Nederlandse gemeenten en provincies en zijn bestemd voor in totaal 36 projecten voor nieuwe woningen voor starters en mensen met een middeninkomen. Het betreft een arsenaal aan 44.277 nieuwbouwwoningen dat wacht op uitvoering omdat de financiering nog niet rond is. Het ministerie schiet de lagere overheden nu te hulp met 253 miljoen euro, te gebruiken voor bijvoorbeeld het bekostigen van bodemsaneringen, verplaatsingen van bedrijfshuisvesting of het vernieuwen van toegangswegen. De overige kosten dient de gemeente of provincie zelf te betalen.
Vooral veel woningbouwprojecten rond stationslocaties valt het overheidsgeld ten deel. Ook de herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen kan veelal op financiële support rekenen. Verder wordt het geld gestoken in binnenstedelijke en buitenstedelijke woningbouwprojecten.
Het is inmiddels de derde maal dat het ministerie de woningbouw een financiële injectie toedient. Naar eigen zeggen van het departement zijn hierdoor tot nu toe bijna 140.000 nieuwbouwwoningen versneld gebouwd; ‘fors meer dan de doelstelling van 65.000 woningen bij de start in 2019’. Voor volgend jaar maakt het ministerie wederom een versnellingsbudget vrij, ditmaal in totaal 250 miljoen euro waarmee nog eens 40.000 woningen sneller in uitvoering kunnen gaan.
Volgens Binnenlandse Zaken zouden in ons land de komende tien jaar 900.000 woningen moeten worden bijgebouwd. Het aankomend kabinet Rutte IV doet daar, blijkens het coalitieakkoord, nog een flinke schep bovenop: in tien jaar tijd 1 miljoen woningen, waarvan steeds 100.000 per jaar.
- Foto’s: woongebouw Haasje Over in Eindhoven in aanbouw (inmiddels in gebruik), VXM Architects, © Mammoet (foto boven), © TGM (foto beneden).