Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Wijzigingen Bbl per 2024

Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is nog jong, maar vanaf 1 januari volgend jaar ondergaat de huidige eerste versie van de opvolger van het Bouwbesluit al enkele belangrijke wijzigingen.

« terug naar Nieuws

23 oktober 2023

Veel wijzigingen zijn de afgelopen jaren reeds in diverse Staatsbladen kenbaar gemaakt. In Staatsblad 2023, 113 is van enkele mutaties de datum van inwerkingtreding nu vastgesteld.

De wijzigingen per 1 januari 2024 op een rij:

Liften in grotere woongebouwen

Voor grotere nieuwe woongebouwen gaan nieuwe bouwkundige eisen gelden met betrekking tot liften in de zogeheten (gemeenschappelijke) toegangssector. Dan gaat ’t bijvoorbeeld om de lift die vanuit de centrale lobby de verdiepingen ontsluit. Doel van de eisen om deze liften beter te beschermen tegen brand en rook. Hierdoor kan de lift bij brand (beter) bruikbaar zijn voor minder zelfredzame personen die niet zelf via een trap het gebouw kunnen ontvluchten.

Een van de nieuwe eis betreft de weerstand tegen branddoorslag en -overslag (WBDBO) van een brandcompartiment naar een lift in de toegankelijkheidssector. Deze eis (in artikel 4.53, lid 1 van de Bbl) bedraagt per 1 januari 2024 60 minuten.

Bij een lift in een toegankelijkheidssector in een woongebouw is bovendien een extra beschermde vluchtroute in de vorm van een voorportaal vereist. Aan dit portaal mogen geen toegangen van woningen grenzen (artikel 4.77a Bbl). Aan de afmetingen van het voorportaal stelt het Bbl geen nadere eisen, maar de ruimte dient wel groot genoeg te zijn voor rolstoelgebruikers om hun transportmiddel eenvoudig te keren. Daartoe is een vlak van 1,5x1,5 m voorgeschreven.

De elektriciteitsvoorziening van een lift in een toegankelijkheidssector dient te zijn ondergebracht in een afgescheiden ruimte met een WBDBO van 60 minuten. Deze eis geldt in de richting van de ruimte met de elektriciteitsvoorziening (artikel 4.218a Bbl).

Voor kleinere woongebouwen gelden de nieuwe bouwkundige brandvoorschriften niet.

Sprinklerinstallaties in parkeergarages onder slaapgebouwen

Parkeergarages onder gebouwen waarin wordt geslapen, zoals appartementengebouwen, hotels en cellencomplexen, moeten bij nieuwbouw voortaan worden toegerust met een automatische blusinstallatie, bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie (artikel 4.223a, Bbl).

De eis is echter níet van toepassing als een bovengelegen gebruiksfunctie een verblijfsvloer heeft die hoger ligt dan 13 m. boven het meetniveau. Om van de eis te worden uitgezonderd, moet wel worden voldaan aan drie voorwaarden:

  • de parkeergarage onder het gebouw mag niet groter zijn dan 1000 m² én
  • de bovengelegen gebruiksfunctie moet ten minste een vluchtroute hebben die gescheiden is van de parkeergarage. De ruimte waardoor de vluchtroute loopt, mag niet vanuit de parkeergarage toegankelijk zijn. Hierdoor wordt bij brand in de parkeergarage de vluchtroute niet bedreigd (door brand en rook) en blijft de route bruikbaar voor het vluchten van de personen vanuit de bovengelegen gebruiksfunctie naar het aansluitende terrein. De voorwaarde van een gescheiden vluchtmogelijkheid houdt tevens in dat een brand- of rooksluis tussen de parkeergarage en de vluchtruimte niet is toegestaan én
  • de parkeergarage mag níet zijn voorzien van een automatisch parkeersysteem. Bij toepassing van zo’n systeem worden auto’s zeer dicht naast en (ook) boven elkaar geplaatst. Dat maakt het risico op brandvoortplanting (van auto naar auto) en een lange brandduur groter dan in een reguliere parkeergarage.

De eis van een automatische blusinstallatie geldt evenmin als de bovengelegen gebruiksfunctie géén verblijfsvloer hoger dan 13 m boven het meetniveau bezit. De uitzondering wordt echter weer teniet gedaan als:

  • de parkeergarage groter is dan 1000 m² én
  • de bovengelegen gebruiksfunctie slechts één vluchtruimte heeft die bereikbaar is vanuit de parkeergarage.

De automatische blusinstallatie dient een geldig inspectiecertificaat te hebben. De inspectie moet zijn uitgevoerd volgens het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging.

Oplaadvoorzieningen elektrische voertuigen

Vanaf 1 januari volgend jaar moeten oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen voldoen aan aangescherpte eisen, zowel bij nieuwbouw (artikel 4.199, lid 2 en artikel 4.230a, Bbl) als bij verbouw (artikel 5.21d, Bbl).

De oplaadpunten in een parkeergarage moeten voortaan conform mode 3 of mode 4 volgens NEN 1010 zijn. De oplaadpunten moeten ook tegelijkertijd kunnen worden uitgeschakeld.

Bij de inrit van de garage moet zijn aangeven waar de oplaadpunten en de uitschakelvoorziening zich bevinden.

Veiligheidsplan en -coördinator

Een belangrijke aanpassing die de veiligheid in het algemeen betreft, is dat voor bouw- en sloopwerkzaamheden in het vervolg een veiligheidsplan moet worden opgesteld en een veiligheidscoördinator aangesteld als door deze werkzaamheden de veiligheid in de omgeving (van gebouwen, mensen, verkeer) in het gedrang kan komen (artikelen 7.5a en 7.5b, Bbl).

En daar blijft ’t niet bij

Naast deze wijzigingen per 1 januari a.s. zijn nog meer wijzigingen van de Bbl in aantocht. Deze veranderingen worden óf nog niet per 1-1-2024 van kracht óf de inwerkingtreding is nog niet vastgesteld.

Tot de laatste categorie behoort de verplichte periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van bestaande, grote publieke gebouwen, zoals voetbalstadions, stationsgebouwen en ziekenhuizen. Bij welke gebouwfuncties deze verplichting nu precies vereist wordt en hoe vaak de ‘APK’ dan moet plaatsvinden, wordt nog vastgelegd in de Omgevingsregeling. Een uniforme methode voor de aanpak van de periodieke beoordeling is in elk geval sinds begin deze maand voorhanden in de vorm van de NTA 8790.

  • Met dank aan Nieman Raadgevende Ingenieurs.
  • Foto: kantoor- en bedrijfsverzamelgebouw The Joan, Amsterdam-Zuid in aanbouw (in april 2022 opgeleverd), (OZ Architecten, © Being).