Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Definitieve eisen voor BENG

Minister Ollongren heeft de Tweede Kamer per brief in kennis gesteld van de definitieve BENG-eisen. Vergeleken met de concept-eisen van het najaar 2018 is een verdere differentiatie en aanscherping doorgevoerd. De definitieve grenswaarden worden per 1 juli 2020 van kracht.

« terug naar Nieuws

Vanaf 1 juli volgend jaar is BENG (Bijna EnergieNeutraal Gebouw) een wettelijke verplichting voor nieuwe utiliteitsgebouwen, woningen en woongebouwen. De aanvraag van een omgevingsvergunning dient dan vergezeld te gaan van een berekening van de energieprestatie. Hieruit moet blijken dat het bouwplan voldoet aan de eisen bij drie zogeheten BENG-indicatoren:

  • de maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar (BENG 1);
  • het maximale primair fossiel energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar (BENG 2) en
  • het minimale aandeel hernieuwbare energie in % (BENG 3).

BENG wordt de opvolger van de huidige EPC (EnergiePrestatieCoëfficiënt). Bij de EPC wordt uitsluitend de energiebehoefte van het gebouw beoordeeld en uitgedrukt in één getalswaarde. Voor nieuwe woningen en woongebouwen geldt momenteel bijvoorbeeld een EPC van maximaal 0,4. Bij BENG worden ook eisen gesteld aan primair fossiel energieverbruik en het percentage hernieuwbaar energieverbruik.

De definitieve BENG-eisen volgen op de voorgenomen eisen die afgelopen najaar bekend zijn gemaakt. Deze concept-eisen hebben een kostenoptimalisatietoets van het NEN ondergaan, waarbij de kosten-batenverhouding van de eisen en de aansluiting op de stand van de techniek tegen het licht zijn gehouden. Bovendien heeft de praktijk – onder meer via een internetconsultatie – kunnen reageren op de eisen 2018. Dat heeft duidelijke aanscherpingen en differentiaties teweeggebracht.

In tegenstelling tot de concept-eisen zijn de definitieve BENG-eisen afhankelijk van de geometrie van het gebouw, meer specifiek: de verhouding tussen verliesoppervlak (Als) en vloeroppervlak (Ag). Zo wordt tegemoetgekomen aan de behoefte aan differentiatie naar gebouwvorm. Voor woningen en woongebouw gaan twee ‘knikpunten’ gelden; voor de meeste utiliteitsfuncties één knikpunt. Alleen voor woonwagens, drijvende bouwwerken en ziekenhuizen komt er een eenduidige lineaire afhankelijkheid van de Als/Ag-verhouding.

Daarnaast is BENG 1 voor woningen en woongebouwen aangescherpt ten opzichte van de voorgenomen eisen. Voor tussenwoningen (Als/Ag ≤ 1,5) wordt de grenswaarde voor BENG-1 55 kWh/m2.jr, in plaats van 70 kWh/m2.jr. Voor woongebouwen wordt de scherpste eis (Als/Ag ≤ 1,83) 65 kWh/m2.jr. Voor lichte bouwconstructies, bijvoorbeeld uitgevoerd in houtskeletbouw of staalskeletbouw is – mede naar aanleiding van kritiek vanuit de hout- en staalbranche – de BENG 1-eis gecorrigeerd met 5 kWh/m2.jr.

Verder wordt een maximum gesteld aan luchtsnelheid van verse (koude) ventilatielucht in het gebouw, zodat geen tochtoverlast wordt ervaren. De maatregel dient te voorkomen dat gebruikers bij (de ervaring van) tocht de ventilatieopeningen afsluiten. In zeer goed geïsoleerde gebouwen kan dat het gezonde binnenklimaat schaden.

Na goedkeuring door de Tweede Kamer worden de BENG-eisen officieel gepubliceerd in het Staatsblad, naar verwachting komend najaar.