Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

EIB: ‘Nieuwe bouwcrisis op komst’

De Nederlandse bouwsector staat aan de vooravond van een nieuwe crisis, waarschuwt het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) in de zojuist gepubliceerde notitie ‘Vooruitzichten voor de bouw na de coronacrisis’.

« terug naar Nieuws

De coronacrisis en de ‘intelligente lockdown’ om de verspreiding van het virus in bedwang te houden, resulteren volgens het EIB vooral in een forse afname van de investeringen (en investeringsplannen) van zowel bedrijven als particulieren. Na de lockdown zal die teruggang naar verwachting waarschijnlijk versterkt voortduren. De bouwsector wordt hierdoor hard geraakt: 70% van de bouwproductie is namelijk sterk afhankelijk van de investeringen.

Van de terugloop in investeringen gaat de bouw niet direct last krijgen, maar op termijn is die hinder wel extra sterk en langdurig omdat de doorlooptijden van bouwprojecten lang zijn. De bouwactiviteiten zijn zogezegd ‘laat-cyclisch’. Al met al verwacht het EIB dat de bouw een recessie van zo’n twee jaar gaat doormaken. In die periode (tot en met 2021) daalt de bouwproductie met ruim 15% en gaan 40.000 voltijdbanen verloren. Mocht de nationale economie zich volgend jaar weer herstellen, dan blijft de bouw nog kampen met verminderde investeringen. Pas vanaf 2022 zouden de arbeidscapaciteit en productie in de bouw weer kunnen groeien.

Bij de verkenning van de vooruitzichten voor de bouw heeft het EIB rekening gehouden met een krimp van de Nederlandse economie van 5%. Dat is grofweg de krimp die optreedt als de vier economische scenario’s worden gemiddeld die het CPB onlangs heeft geschetst op grond van de coronacrisis en de beperkende overheidsmaatregelen. Deze 5%-krimp is de meest waarschijnlijke resultante van (de impact van) een lockdown van drie maanden gevolgd door een langere periode van uit- of afstel van investeringen en gering investeerdersvertrouwen.

Dat de bouw onder grote invloed staat van de (economische) investeringen blijkt ook uit deze grafiek. De grafiek toont de relatie tussen de ontwikkeling van het BBP (Bruto Binnenlands Product, op basis van cijfers van het CBS) en die van het bouwvolume (op basis van cijfers van het EIB). Een beperkte toe- of afname van het BBP geeft al een grote toe- of afname van het bouwvolume. Uit de figuur is tevens af te lezen dat de bouwsector in relatief korte tijd een derde crisis te wachten staat, na de dip van 2001–2003 en de crisis van 2009–2013.

De reductie van investeringen treft alle grote segmenten van de bouwsector: woningbouw, utiliteitsbouw en infrastructuur en dan zowel nieuwbouw- als renovatie-/verbouwprojecten. In een periode van twee jaar vanaf nu gaan de investeringen in de woningbouw en utiliteitsbouw volgens het EIB met in totaal 20 procent omlaag. De infrastructuur krijgt te maken met een terugval van net iets minder dan 20 procent. Alleen de investeringen in het onderhoud van gebouwen blijven op niveau. Vergeleken met nieuwbouw en renovatie is gebouwonderhoud doorgaans van kortere duur en minder conjunctuurgevoelig.

Dat de investeringen in de bouw en daarmee de productie van de bouw dalen, zit ‘m niet alleen in de coronacrisis. Ook zonder corona hield het EIB al rekening met een lichte krimp in 2020 en 2021 vanwege de strengere voorschriften rond stikstof, PFAS en ruimtelijke knelpunten. Deze aanbodrestricties leiden tot productieafname, vooral door de terugval in de vergunningafgifte in alle segmenten van de bouw. Zo werden in 2019 nog 57.000 vergunningen voor woningbouw verleend. Dat loopt dit jaar terug naar 48.000. Voor 2021 is herstel voorzien, naar 65.000 vergunningen. Desondanks zullen in dat jaar slechts 50.000 woningen worden opgeleverd. In 2022 en daarna kan de vergunningverlening sterk aantrekken. Dat vertaalt zich echter niet direct in veel meer opgeleverde woningen, gezien de tijd die nodig is om van vergunning tot oplevering te komen. Na 2021 neemt het woningaanbod dan ook slechts geleidelijk toe.

Het productieverlies geeft ook een fors werkgelegenheidverlies in de bouw. Dit jaar gaan waarschijnlijk zo’n 15.000 voltijdbanen verloren. Vooral uitzendkrachten en gedetacheerden zullen hun betrekking kwijtraken. In 2021 neemt de bouwproductie verder af en vervallen waarschijnlijk nog eens 25.000 voltijdbanen. Dit zal dan vooral zzp-ers en vaste werknemers treffen.

Het huidige, vaststaande overheidsbeleid zal volgens het EIB slechts weinig compensatie bieden op de verwachte negatieve ontwikkeling van de bouwproductie en -werkgelegenheid voor de komende jaren. De negatieve effecten worden pas in belangrijke mate beperkt als de overheid specifieke maatregelen treft, zoals eerdere overheidsinvesteringen in utiliteitsbouw en infrastructuur en het verlenen van duurzaamheidssubsidies dan wel verlagen van btw-tarieven bij renovatieprojecten.