12 mei 2025

Vanwege aanhoudende verliezen, oplopende (milieu)kosten en het uitblijven van overheidssteun leek het einde van British Steel nabij. De twee hoogovens van het bedrijf in het Noord-Engelse Scunthorpe, tevens de laatste twee in het gehele Verenigd Koninkrijk, de stavenwalserij en verdere productiefaciliteiten zouden mogelijk al volgende maand sluiten. Een noodwet van de Britse regering steekt daar nu een stokje voor.

Met de noodwet, begin vorige maand aangenomen, heeft de Engelse rijksoverheid volledige zeggenschap over British Steel gekregen. Van nationalisatie is vooralsnog geen sprake, maar blijft wel een optie indien de overheid er niet in slaagt om een geschikte private koper te vinden.

Al jaren schrijft de Britse staalonderneming rode cijfers. Momenteel wordt het verlies geraamd op zo’n 700.000 Engelse ponden per dag. Sinds de overname door het Jingye Group in 2020 werd in British Steel ruim 1,2 miljard pond geïnvesteerd om de onderneming overeind te houden. De Chinese eigenaar trok onder meer geld uit voor een geavanceerd mast service centre in Skinningrove, een railopslagfaciliteit en een nieuwe gietinstallatie voor knuppels.

De staalproductie bleef echter verliesgevend. Over een plan om over te stappen van een oxystaalproces naar een ‘groene staalproductie’ met elektro-ovens werden de staalproducent en de overheid het niet eens. Daarom was het bedrijfsmanagement al gestart met een consultatieprocedure om in samenspraak met medewerkers en vakverenigingen het geschikte moment voor sluiting van de productiefaciliteiten te bepalen.

Deze bedrijfssluiting is nu toch afgewend door tussenkomst van de Britse overheid. De nieuwe noodwet verleent de Britse minister van Economische Zaken vergaande bevoegdheden om beleid, activiteiten en personeel van British Steel aan te sturen. De minister kan zelfs de benodigde grondstoffen bestellen om de hoogovens draaiend te houden. Door de ‘reddingsoperatie’ blijft werkgelegenheid voor zo’n 2.700 medewerkers behouden.