De Europese staalproducenten en –handelaren roepen al jaren om de dumpingpraktijken een halt toe te roepen, en krijgen nu een beetje hun zin. De wereldwijde overcapaciteit, voornamelijk veroorzaakt door de aanhoudende productie van Chinese staatsbedrijven, heeft de marges danig onder druk gezet en zelfs tot sluitingen geleid.

De extra invoerrechten – van 19,7 tot 22,1 procent voor Chinese staalbedrijven en van 18,7 tot 36,1 procent voor de Russische producenten – vallen hoger uit dan aanvankelijk was voorgesteld, tussen de 13,8 tot 26,2 procent. De invoerrechten worden met terugwerkende kracht geheven vanaf vorig jaar 2015. Ook de VS heeft importtarieven ingevoerd, maar hier liggen de tarieven veel hoger.

Anti-dumpingtarieven op betonstaal werden in Brussel alleen voor Chinese staalproducenten vastgelegd op 18, 4 tot 22,5 procent. De EU heeft in totaal 37 antidumpingmaatregelen en antisubsidiemaatregelen in steling gebracht, waarvan 15 direct betrekking hebben op China.

Rusland is fel gekant tegen het EU-protectionisme en wil met de kwestie naar de wereld handelsorganisatie (WTO) stappen. Volgens bepalingen van de WTO-regels kan de Europese Unie extra invoerrechten opleggen voor producten uit landen buiten de unie wnneer kan worden aangetoond dat deze producten op de EU tegen prijzen onder de marktwaarde worden gedumpt en zo schade toebrengen aan de Europese industrie.