Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Marges staalproducenten (tijdelijk) onder druk

De winstgevendheid van veel staalfabrikanten staat momenteel onder druk. Dat zit ‘m – sinds september vorig jaar – in de combinatie van afname van de vraag naar stalen halffabricaten, een dalende staalprijs en gestegen prijzen voor de grondstoffen voor de staalfabricage (ijzererts en cokeskolen). Dat constateert Casper Burgering, senior econoom Industriële Metalen bij ABN AMRO, in het rapport ‘Metaalmarkt Insights - Staal’ dat 7 februari jl. verscheen. Maar in het tweede kwartaal van dit jaar voorziet de bank verlichting.

« terug naar Nieuws

Begin vorig jaar stonden de staalfabrieken er volgens Burgering nog prima voor. De mondiale staalprijs stond relatief hoog door de grote vraag naar staal. Daarnaast zorgde overproductie voor druk op de grondstoffenprijzen. Vanaf september 2018 keerde het tij: de grondstofprijzen gingen omhoog, terwijl de staalprijs sterk daalde. De marktprijzen in de ferrosector vertoonden al sinds maart 2018 een neerwaartse trend, nadat president Trump zijn plannen tot importheffing op staal had aangekondigd. Door de ruime beschikbaarheid van staal, de afnemende vraag naar staal, maar zeker ook het behoudende sentiment onder investeerders had de mondiale staalprijs aan het einde van 2018 zo’n 18 procent ingeboet.

Hogere grondstofprijzen

Begin 2019 zette de daling van de staalprijs verder door. Tegelijkertijd namen de grondstofprijzen toe, vooral van ijzererts. In de loop van januari steeg de ijzerertsprijs ruim 20 procent, onder meer door een dambreuk als gevolg van een overstroming in Brazilië, een belangrijk land van winning. De overstroming bracht niet alleen een aanbodbeperking teweeg, maar legde tevens de infrastructuur rond de mijnen plat. Het gaf een opdrijvend effect op de ijzerertsprijs.

Voor de komende maanden verwacht ABN AMRO dat de winstgevendheid van veel staalproducenten onder de druk blijft en zelfs afneemt. De staalprijs blijft relatief laag en de grondstofprijzen behouden hun hoge niveau. Sommige fabrieken zijn in staat om de gestegen kosten van grondstoffen – toch zo’n beetje de helft van de totale productiekosten – deels door te berekenen aan hun afnemers. Een andere strategie voor de fabrikanten, aldus Burgering, is om deze kosten te beperken door over te stappen op minder hoogwaardige grondstoffen. Hoewel minder duur in aanschaf, vergen ze per saldo wel meer energie bij de staalfabricage, waarschuwt de econoom. En de kosten van energie (gas en elektriciteit) zijn hoog en de laatste tijd ook gestegen. Inmiddels hebben de energiekosten een aandeel van zo’n 6 procent in de totale fabricagekosten.

Ook de stijging van de schrootprijzen draagt bij aan de druk op de marges. De prijsstijging houdt sinds begin vorig jaar aan. Schoot vormt nu 11 procent van de totale productiekosten. Wél gedaald zijn de kosten van transport, die nu een aandeel hebben van circa 6 procent op het totaal. Op de marges van de fabrikanten heeft deze daling slechts geringe positieve invloed. De transportprijzen zijn al laag en dat blijft de komende maanden zo.

Gunstig perspectief

De effecten van de recente verstoringen in het aanbod van ijzererts en cokeskolen zijn tijdelijk, verwacht Burgering. Vanaf begin tweede kwartaal van dit jaar gaan de prijzen van beide grondstoffen weer dalen. Op langere termijn zullen ze mondiaal voldoende beschikbaar blijven, terwijl de vraag naar staal niet significant sterk zal toenemen. Bovendien zijn veel staalfabrieken minder snel geneigd om bij hoge grondstofprijzen hun voorraden aan te vullen. Ze zullen eerder, voorzover mogelijk, interen op de bestaande voorraad in afwachting van lagere prijzen.

De vraag naar staal en andere basismetalen zal zich op lange termijn gunstig ontwikkelen, ook al zal de groei minder snel gaan dan voorgaande jaren. Vooral de vraag van ‘grote eindgebruikers’ gaat de komende jaren fors toenemen. Dat wordt vooral gevoed door de wereldwijd groeiende elektrificatie van vervoer (vooral in China), maar zeker ook door de geplande grote investeringen in infrastructuur (wederom vooral in China) en de voortdurende mondiale bouwactiviteiten. Hierdoor kan de vraag groter worden dan het aanbod en kúnnen de prijzen gaan stijgen. Grote prijsstijgingen zijn echter niet te verwachten, omdat ’t de komende tijd met de beschikbaarheid van staal wereldwijd wel snor zit.

Een hardnekkig mondiaal probleem blijft wel het overaanbod van de staalsector, meent de bank. Om vraag en aanbod meer in balans te brengen, zijn capaciteitsreducties noodzakelijk. Dat geldt vooral voor China. Aldaar hebben initiatieven tot aanbodbeperking echter nog weinig uitgehaald. Een groot deel van het Chinese overaanbod vindt nu zijn weg naar internationale markten tegen relatief lage prijzen. Een flink deel van het Chinese exportstaal heeft als eindbestemming Zuidoost Azië.

Niettemin gaat ABN AMRO ervan uit dat door lagere grondstofprijzen en licht hogere staalprijzen de marges van de staalproducenten zich vanaf april 2019 weer herstellen en groei kunnen gaan vertonen.