20 juli 2023

Prof.ir. M.F., zeg maar Thijs, Asselbergs is gestopt als hoogleraar Architectural Engineering aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Sinds 2008 bekleedde hij de leerstoel, gepositioneerd op het snijvlak van architectuur en bouwtechnologie en met de integratie van constructies en installatietechniek in de architectuur als hoofdaandachtspunt.

Afgelopen dinsdag 4 juli, tijdens het faculteitssymposium ‘Dag van de nieuwe architect’ sprak hij zijn afscheidsrede uit. Met waarschuwende woorden over de groeiende kloof tussen architect en maatschappij en een warm pleidooi voor industrialisatie, adaptiviteit en circulariteit.

Architectuur, niet van de architect alleen

‘Ik zie dit afscheid niet als een einde, maar als een nieuw begin’, leidt Asselbergs zijn laatste officiële betoog als hoogleraar AE&T in. Een belangrijke verklaring voor de aanhef volgt onmiddellijk: ‘Waar ik ooit als pas afgestudeerde vragen stelde, en ik als docent antwoorden gaf op de vragen van anderen, wil ik nu, aan het slot van mijn vijftien jaar hier bij de faculteit Bouwkunde van TU Delft, simpelweg het gesprek doorgeven dat ik al die vijftien jaar heb gevoerd. Het gesprek dat nog steeds gevoerd moet blijven worden, voordat de kloof tussen de architect en maatschappij zo groot is dat wij er zelf in verdwijnen. De bouwkundige gemeenschap moet zijn verantwoordelijkheid nemen en van hun eilandenrijk een archipel maken. Architectuur is niet van de architect alleen.’

Industrialisering van de bouw, nog in de kinderschoenen

Vijftien jaar lang heeft het hoogleraarschap van Thijs Asselbergs in het teken gestaan van innovatie en samenwerking. Samen met zijn studenten en docent-onderzoekers ontwikkelde hij vernieuwende technologische oplossingen die integraal deel uitmaken van de architectuur. ‘Het gaat om geïndustrialiseerde, flexibele en circulaire bouwoplossingen, alleen al voor de grote hoeveelheid huizen die het komende decennium moeten worden gebouwd en aangepast’. Daarbij horen ook flexibele en aanpasbare bouwsystemen die ‘ondanks beperkingen genoeg architectonische ontwerpruimte bieden’.

Daarnaast onderschrijft Asselbergs het belang van de mogelijkheden van data, digitalisering en robotisering in de architectuur én van nieuwe financieringswijzen van de bouw en van nieuwe systemen van mobiliteit. ‘Het industrialiseringsproces van bouw en integratie van het ontwerp daarin, staat nog in de kinderschoenen’.

Nieuwe generatie architecten wacht grote opgave

Thijs Asselbergs trad aan als hoogleraar in 2008, aan de vooravond van de internationale kredietcrisis die (ook) op de bouwsector en de architectuurdiscipline een enorme impact had. De architecten-beroepsgroep werd zowat gehalveerd. ‘Hoe ziet de toekomst van de architectuur er na die turbulente geschiedenis uit?’, vraagt Asselbergs zich bij zijn afscheid publiekelijk af, ‘Welke opgave staat deze generatie architecten te wachten in tijden van ingrijpende economische en klimatologische veranderingen? En wat is het verschil tussen de oude en de nieuwe architect?’

Zijn antwoorden heeft Asselbergs gedocumenteerd in het nieuwe boek ‘Over de nieuwe architect’. Het eerste exemplaar van deze 60 pagina’s tellende publicatie van NAI 010 is tijdens het symposium van 4 juli jl. vergeven aan Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. Uw eigen exemplaar kunt u hier online bestellen.