Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

UItgangspunten

« terug naar Woningbouwdetails

(Opzet, gebruik en uitgangspunten zijn hier als pdf te downloaden.)

De nieuwe serie met stalen gevelbekleding is onderdeel van de module Basisdetails Combinatie van de SBR-Referentiedetails Woningbouw. De combinatiedetails hebben een draagstructuur van gietbouw, stapelbouw of prefab beton. Er zijn vijf andere woningbouwmodules:
200.0 Houtskeletbouw
200.4 Comfortdetails
200.5 Duurzaam detailleren
200.6 Basisdetails Renovatie
200.7 Basisdetails Verbouwingen

De meest recente aanvullingen zijn 20 nieuwe Comfortdetails en 20 nieuwe Houtskeletbouwdetails op passiefhuis-niveau.

Naast de Woningbouwdetails zijn er ook Referentiedetails voor de Utiliteitsbouw. Op dit moment bestaat de SBR-Referentiedetails Utiliteitsbouw uit 1 module:
211.07 Staalbouw

Voor de module Basisdetails Combinatie is een document van 72 pagina’s met uitgangspunten opgesteld. Dit is verkrijgbaar door een abonnement (handboek of internet) te nemen. Speciaal voor de gebruikers van de gratis beschikbare serie details met stalen gevel zijn de uitgangspunten kort samengevat en samengevoegd met de vertrekpunten van het Marktteam Woningbouw van Bouwen met Staal.

Draagconstructie

De SBR-Referentiedetails met een stalen gevelbekleding gaan uit van een gietbouw draagconstructie (in de kopgevel en de woningscheidende wand) en een houten binnenspouwblad in de langsgevel. Bij gietbouw bestaan de massieve bouwmuren uit gestorte betonwanden met een dikte van 250 mm. Deze dikte is bij woningen en woongebouwen gelijk. Op het detail staat vermeld voor welke toepassingen het details geschikt is (W = woningen, WG = woongebouwen en W+WG = woningen en woongebouwen.

Vloersysteem

Voor de begane-grondvloer is uitgegaan van kanaalplaatvloeren van 200 mm dik met een dekvloer van 50 m. Andere typen begane-grondvloeren zijn daaraan gelijkwaardig en de daarbij behorende details kunnen van de gekozen uitvoering worden afgeleid.
Voor de verdiepingsvloer is uitgegaan van bekistingsplaatvloeren van 180 mm dik met een dekvloer van 50 mm.
De platte daken zijn uitgevoerd als warm dak (isolatie op de constructie). Voor de dakvloer is uitgegaan van bekistingsplaatvloeren van 180 mm dik.

Langsgevel

In de langsgevel is een houten binnenspouwblad toegepast. Voor de constructie van een houten binnenspouwblad is gekozen voor een stijl- en regelwerk, gevuld met een isolatielaag van minerale wol met een dikte van 170 mm. De massa van het houten binnenspouwblad is mede bepalend voor de geluidwering en bedraagt tenminste 20 kg/m2 volgens NPR 5070. In dat geval kan worden voldaan aan de vereiste geluidwering van de gevelconstructie. In plaats van minerale wol zijn, over het algemeen, ook andere isolatiematerialen mogelijk.

De stalen gevelbekleding is via een achterconstructie aan het houten binnenspouwblad bevestigd. Gevelbekleding met een horizontale profilering is op verticale L-profielen bevestigd die via lippen aan horizontale omegaprofielen zijn verbonden. Deze omegaprofielen zijn op het houten binnenspouwblad geschroefd.

Bij gevelbekleding met verticale profilering is de achterconstructie eenvoudiger uit te voeren. De gevelbekleding is dan namelijk rechtstreeks op de omegaprofielen te bevestigen.

Kopgevel

De kopgevel bestaat uit een massieve bouwmuur uit een gestorte betonwand met een dikte van 150 mm.
De stalen gevelbekleding is via een achterconstructie aan de betonnen bouwmuur bevestigd.
Gevelbekleding met een horizontale profilering is op verticale L-profielen bevestigd die op onderbroken L-profielen zijn geschroefd. Deze onderbroken L-profielen zijn aan de gestorte betonwand bevestigd.
Bij gevelbekleding met verticale profilering is de achterconstructie anders uit te voeren. De gevelbekleding is dan namelijk op horizontale L-profielen bevestigd.
De isolatie wordt aangebracht tussen de betonwand en de buitenbeplating.

Kozijnsysteem

Kozijndetails zijn gebaseerd op aluminium kozijnen. Gelijkwaardige details voor houten en kunststof kozijnen zijn hier gemakkelijk van af te leiden.
De gevelopeningen zijn voorzien van aluminium kozijnen met verborgen waterafvoer, zodat er aan de buitenzijde geen ontwateringskapjes zichtbaar zijn.

Gevelsysteem

Er is gekozen voor een gevelsysteem dat bestaat uit een stalen buitenbeplating die via een achterconstructie op de draagconstructie (gietbouw of houten binnenspouwblad) zijn bevestigd. De hoeken van het gebouw worden afgewerkt met zetwerk. De gevelopeningen zijn voorzien van aluminium kozijnen.

Het is noodzakelijk de aansluitingen van de aluminium kozijnen, houten stelkozijnen, waterwerende laag en draagconstructie nauwkeurig te detailleren om inwendige condensatie en lekkages te voorkomen.

Beglazing

De gevelopeningen worden voorzien van isolerende beglazing HR++.

Bouwfysica

Deze gevelconstructie is ontworpen als een staalplaatgevel. De isolatielijn (thermische schil) ligt in isolatie die is opgenomen in het houten binnenspouwblad of is bevestigd tegen de massieve betonwand. De isolatiewaarde van de gevel (Rc-waarde) wordt bepaald door de detaillering, de dikte van de isolatie, de warmtegeleidingscoëfficiënt (lambda-waarde) van de materialen, de koudebruggen van de metalen achterconstructie en de warmtedoorgangscoëfficiënt (U) van de beglazing. De Rc-waarde van de gevel is 3,00 (m2.K)/W.

Brandveiligheidseisen aan de hoofddraagconstructie

Het Bouwbesluit stelt eisen aan de brandwerendheid van hoofddraagconstructies. De eisen voor de hoofddraagconstructie van woongebouwen zijn afhankelijk van de gebouwhoogte. Hoe hoger het gebouw, hoe hoger de eisen. Bepalend is het hoogteverschil tussen de vloer van het hoogste verblijfsgebied en het maaiveld. Is dit verschil groter dan 13 m dan geldt een eis van 120 minuten. Is dit verschil tussen 7 en 13 m dan geldt een eis van 90 minuten. Is dit verschil niet groter dan 7 m dan geldt een eis van 60 minuten. In dit laatste geval – dus bij woongebouwen van één, twee of drie lagen – is 30 minuten reductie mogelijk als de permanente vuurbelasting aantoonbaar lager is dan 500 MJ/m2 vloeroppervlak. Deze reductie wordt vrijwel altijd toegekend.

Voor vrijstaande woningen gelden geen eisen aan de hoofddraagconstructie. Dit geldt ook voor rijtjeswoningen en woningen in appartementengebouwen die bij brand geen belendende woningen meesleuren. In alle gevallen waarbij het kaartenhuiseffect wel kan optreden gelden de eisen aan de hoofddraagconstructie die hierboven zijn omschreven.

Bij de SBR-Referentiedetails Combinatie is voor woningen (W) uitgegaan van een eis aan de hoofddraagconstructie van 30 minuten en voor woongebouwen (WG) van 60 minuten. Op het detail staat vermeld voor welke toepassingen het details geschikt is (W = woningen, WG = woongebouwen en W+WG = woningen en woongebouwen. Moet het detail aan hogere eisen voldoen (90 of 120 minuten) dan zullen aanvullende maatregelen moeten worden getroffen.

Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag

Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) is altijd van toepassing tussen vloer en gevelconstructie, ter plaatse van de buitengevel en van de compartimentering. Bij de SBR-Referentiedetails Combinatie hebben scheidingswanden binnen de woning (W) een brandwerendheid van 30 minuten en woningscheidende details (WG) een brandwerendheid van minstens 60 minuten. Of er maatregelen nodig zijn om te voldoen aan eventuele WBDBO-eisen aan de buitengevel, moet worden vastgesteld met behulp van een brandoverslagberekening.

Geluidwering

Uitgangspunten voor de geluidwering zijn conform het Bouwbesluit. Scheidingswanden binnen de woning (W) voldoen aan eisen voor luchtgeluid (Ilu;k) en contactgeluid (Ico) van ≥ -20 dB. Woningscheidende details (WG) voldoen aan Ilu;k ≥ 0 dB en Ico ≥ + 5 dB.

De aansluitingen van de verdiepingsvloer met de gevel zijn geschikt te maken voor de hogere eisen voor woningscheidende details. Bij het houtskeletbouw binnenspouwblad (301.0.2.03) zal daartoe in ieder geval de stalen gevelbekleding en de achterconstructie gedilateerd moeten worden. Bij een steenachtig binnenspouwblad (303.1.0.01) is het meestal voldoende om de massa van het binnenspouwblad en van de vloer te verhogen.

Inbraakwerendheid

Bepaal of de toegepaste gevelconstructie voldoet aan inbraakklasse 2 als omschreven in NEN 5096 en bereikbaar is volgens NEN 5087. In overleg met de opdrachtgever kan worden bepaald of een hogere inbraakklasse nodig is, bijvoorbeeld vanwege de gebruiksfunctie.

Oppervlaktebehandeling

De stalen buitenbeplating en de metalen achterconstructie dienen te worden beschermd tegen weersinvloeden. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. De locatie van het gebouw bepaalt tot op zekere hoogte welke oppervlaktebehandeling het meest geschikt is; raadpleeg hiervoor een ter zake kundige adviseur. De aluminium kozijnen kunnen worden gepoedercoat of geanodiseerd.

Laatst gewijzigd

Deze pagina is voor het laatst gewijzigd: 28 april 2009.