Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

10 Miljoen euro extra voor circulaire (bouw)economie

Dit jaar trekt het kabinet 10 miljoen euro extra uit om ondernemers te stimuleren tot investeren in een circulaire (bouw)economie.

« terug naar Nieuws

Het extra budget is beschikbaar via de regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige Afschrijvingen Milieuinvesteringen (Vamil). Via deze regelingen kunnen ondernemingen fiscaal voordeel verkrijgen op investeringen in klimaat- en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Onder bedrijfsmiddelen worden zowel duurzame apparaten als technieken verstaan. In totaal is binnen de twee regelingen 149 miljoen euro voor handen. Het netto-fiscaal voordeel op een investering kan oplopen tot 12% van het investeringsbedrag.

Welke bedrijfsmiddelen dit jaar voor belastingvoordeel in aanmerking komen, is te zien op de Milieulijst 2020, 27 december jl. gepubliceerd in de Staatscourant. Van ruim 300 bedrijfsmiddelen beschrijft de lijst het doel van het middel en de eisen waaraan het middel dient te voldoen voor een tegemoetkoming vanuit MIA dan wel Vamil. Ook geeft de publicatie veelal een extra toelichting op de milieudoelen en de sectoren waarin het bedrijfsmiddel toepasbaar is. Die toegevoegde informatie is niet de enige verandering in de uitgave, die jaarlijks door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt gewijzigd op grond van marktconsultatie.

Vergeleken met vorig jaar biedt de editie 2020 aanzienlijk meer opties voor investeringen in circulair bouwen. De lijst is aangevuld met uiteenlopende circulaire (bouw)producten en -materialen; van modulaire wandsystemen en gevels tot bioasfalt en herbruikbare zonnepanelen met terugnamegarantie. Ook investeren in een compleet circulair gebouw wordt gehonoreerd. Dan dient de ondernemer (gebouweigenaar) de MPG-berekening en een materialenpaspoort te overleggen en het gebouwontwerp en informatie over het bouwproces en het opgeleverde resultaten te delen via het Podium duurzame gebouwen van RVO.nl

Voor duurzame gebouwen met een BREEAM-, GPR Gebouw- of LEED-certificaat gelden forfaitaire bedragen per m2 bvo. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwdelen met en zonder industriefunctie. Een gebouw(deel) met industriefunctie moet zijn voorzien van een vegetatiedak. Bij zo’n dak is ten minste 80% van het dakoppervlak bedekt met vegetatie. Daarnaast moet ten minste 50% van het dakoppervlak bestaan uit voorzieningen voor duurzame energieopwekking. Een handreiking voor het aanmelden van een circulair gebouw biedt deze PDF.

Verder besteedt de lijst van dit jaar veel aandacht aan stikstofemissies. Het scheiden van mest en urine, de inzet van een mestrobot, de overstap op elektrische materieel en andere maatregelen die direct bijdragen aan de reductie van stikstofuitstoot kunnen rekenen op steun.