Master architectuur
In 2018 waren er zes deelnemers in de categorie Master architectuur. Er werden een eerste en een tweede prijs toegekend.
« terug naar StudentenSTAALprijs 20181e prijs: Carlo Leonardi (Wageningen University) - Experiencing the post-mining wonder
The technological developments of the last century left behind many abandoned industrial landscapes which constitute a threat to both the environment and to the local populations. Post-mining landscapes are the result of this process and they are expected to grow in number worldwide, in the coming decades. Reclamation, as widely defined in the literature by Alan Berger (Professor of Landscape Architecture at Massachusetts Institute of Technology), is the practice of recovering these landscapes as a laboratory for new scripts; minimizing their negative impacts and maximizing their aesthetic and ecological functionality. Moreover, the author denounces the failure of landscape designers in looking at these landscapes through a purely technical or economic perspective. Integrating the aesthetic experience beyond its traditional connotations within the sustainability discourse, is an issue raised also by many other experts in different fields of knowledge. Although recently many good examples of reclamation projects are arising, there is a lack of literature on how the scenic aesthetic component of these landscapes should be taken into account together with ecological values, especially for such controversial places as post-mining landscapes.
In this thesis, is investigated upon this issue through a specific design challenge for a damaged iron-ore mining site located in the Quadrilatero Ferrifero (MG), Brasil. To understand how reclamation can be achieved, is conducted a qualitative research which analysed the scenic aesthetic and the ecological components of the landscape separately. Finally, design capacities are used to combine these two apparently divergent perspectives for the specific site and some guidelines are derived that could be applied to other post-mining reclamation projects.
The use of corten steel in the design is linked with the investigation upon the aesthetics of the ironer mining sites. Instead of neglecting dissonances through a traditional recovery plan, making the dissonance somehow visible, showing that ecosystems get interrupted, helps to feed the sustainability debate. In this context, corten steel contributes by communicating a story that cannot be left untold through a sublime experience. The language of this material is intended not simply to condemn the wounds of the past, but also to rethink future actions and the human-nature relationship.
Meer informatie is te vinden op de website van de Archiprix.
Het oordeel van de jury:
Voor sommige juryleden was de confrontatie met een poëtisch landschapsontwerp waarin weervast staal een hoofdrol speelt, even wennen. Al gauw nam bewondering de overhand. Een uitgebreide analyse van elk aspect dat met de herinrichting van het ‘gewonde’ landschap te maken zou kunnen hebben, gaat aan het ontwerp vooraf. Het rapport is een lust voor het oog met zijn vele afbeeldingen van kunstwerken en landschappen die als inspiratie hebben gediend. De verlaten ijzermijn in Brazilië is met behulp van weervast staal omgetoverd tot ware ‘landart’. Hoog opgetilde wandelpaden met uitkijkpunten, een paviljoen geïnspireerd op skeletstructuren, allen van weervast staal, vormen samen met de geïntroduceerde flora en fauna een indrukwekkend, gevarieerd, esthetisch landschap. De afgraving is van gewond landschap opgewaardeerd naar een aantrekkelijke ‘experience’. Ronduit poëtisch is de achterliggende gedachte dat de ijzererts die uit het landschap is gehaald, nu wordt teruggeven door middel van het toevoegen van weervast staal. De roestkleur van het staal draagt bij aan het natuurlijke karakter van de artificiële toevoegingen aan het landschap.
Het is duidelijk dat deze bijzondere, integrale toepassing van staal zeer in de smaak valt bij de jury. ‘Landschapskunstenaar’, is eenvoudig het woord dat de waardering van de jury samenvat.
2e prijs: Tiemen Anema (Technische Universiteit Delft) - Het platte land
Het platteland van Noord-Oost Groningen is geruisloos radicaal aan het veranderen door de opkomst windturbines, datacenters, mega boerderijen en niet te vergeten de toename van aardbevingen. Het weidse, ‘lege’ landschap transformeert naar een desolaat productielandschap.
Dit project omarmt die veranderingen in plaats van ze te verwerpen. Met deze radicale visie als uitgangspunt is een drietal gebouwen ontworpen van grote afmetingen in carré-vorm. (100 x 100 m) De drie volumes staan solitair in het landschap op grote afstand van elkaar en zijn verbonden via een nieuw geïntroduceerde weg. Het project betreft een agrarisch onderzoek instituut van 30.000 vierkante meter, bestaande uit een laboratorium, proefboerderij en opslag. De locatie voor het instituut is een zeepolder van 800 hectare in het noordelijkste puntje van de provincie Groningen.
De ruimtes in het hoofdgebouw openen zich naar een binnenplaats en sluiten zich bewust af van het landschap. De twee andere volumes zijn geklimatiseerde bewaarplaatsen voor gewassen en om deze reden afgesloten van de directe omgeving. Voor de buitenhuid is gekozen voor riet, een lokaal en traditioneel Hollands bouwmateriaal, waardoor toch enige verbinding ontstaat met het omringende landschap.
Seismische activiteit vormt een steeds grotere bedreiging voor de gebouwen omgeving in de provincie Groningen. Om deze reden bestaat de draagconstructie uit een flexibel staalskelet in combinatie met kanaalplaten. Samen met de symmetrische plattegrond en stabiliteitsverbanden in de gevel is het gebouw goed bestand tegen lichte aardbevingen. Bij hevige schokken beschermen stalen driehoekige spanten in de buitengevel het gebouw door te functioneren als een soort ‘kreukelzone’. De bescherming is gebaseerd op het principe dat stijve delen ‘krachten naar zich toe trekken’ waardoor deze delen plastisch vervormen. De spanten verbuigen maar bezwijken niet. De verbogen spanten moeten dan uiteraard wel worden vervangen.
Het oordeel van de jury:
Het radicale uitgangspunt resulteert in grote introverte gebouwen die zich van het weidse landschap afkeren. De afstudeerder heeft hiermee een gewaagde stap gezet. Door de bijzondere vormgeving met gebogen lijnen en geknikte gevels ontstaat een interessante nieuwe gebouwtypologie in het weidse lege Groninger landschap. De typologie doet denken aan een ommuurde enclave in een uitgestrekte woestijn. Vernieuwend is het flexibele staalskelet dat zo is vormgegeven en gedimensioneerd dat het aardbevingen kan weerstaan. Aardbevingbestendig bouwen is nieuw en actuele noodzaak in Nederland. De jury waardeert de aandacht hiervoor in dit ontwerp, al is de onderbouwing van het gekozen principe nog heel summier. ‘Gewaagd ontwerp’, ‘lekker eigenwijs’, ‘esthetisch ontwerp’, ‘leuke materiaalkeuze voor de buitenhuid’, ‘aardbevingbestendig staalskelet is niet volmaakt, maar wel een dappere poging’, waardeert de jury.